Jouw toehoorders hebben lege hoofden en die kunnen gevuld worden met wat jij te vertellen hebt. Je moet ze gewoon genoeg informeren en het komt allemaal wel goed.
Aha! Dat dachten ze dus vroeger en denken sommigen nog steeds. In het land van de wetenschapscommunicatie spreken ze wel eens over het ‘knowledge deficit model’.
Ook al lijken deze tijden lang vervlogen, ik word er nog te vaak naar teruggekatapulteerd. Als ik mensen hoor zeggen dat de mensen geïnformeerd moeten worden met heldere informatie. Dat dat het hoofddoel is. Ja, informatie is natuurlijk wel nuttig. Toch wijst onderzoek keer op keer uit dat meer kennis niet per se leidt tot een bepaald gewenst gedrag.
Wat als ik jou zeg dat jouw toehoorder vooral warmte wil van jou? Een figuurlijke knuffel? Beeld je eens in dat die ernaar snakt dat jij luistert en écht begrijpt? Dat jij een oplossing zoekt voor diens problemen? Zoals een goede huisdokter? Dat die wil ervaren dat jij ook maar een mens bent met rare hobby’s en kwetsbaarheden?
Bij deze mijn pleidooi om die perfect heldere pitch van exact 60 seconden wat losser aan te pakken. Het is oké om jezelf te zijn en gewoon te babbelen met de mensen op jouw eigenste manier. Daar heb jij geen perfecte uitleg over jouw onderzoek voor nodig. Wel oprechte interesse in de ander.
Met warme groetjes